Overprikkeld raken/zijn is niet iets exclusiefs voor hoog sensitieve kinderen. Elk kind dat teveel prikkels krijgt, overkomt het geregeld en dat is normaal. Kinderen moeten nog leren hoe ze hiermee om moeten gaan. Omdat hsk’s* vaker overprikkeld zijn, geldt dit dus zeker voor hsk’s.
Iedereen raakt geregeld overprikkeld. Bijvoorbeeld als alles je even teveel wordt en je uit je evenwicht bent. Je raakt geïrriteerd, hebt een “kort lontje”, wordt emotioneel of onzeker, je denken wordt minder helder, je maakt sneller fouten etc. Hoog sensitieve personen gebeurt dit ook, alleen sneller en meestal intenser. Als volwassene heb je geleerd hoe je hiermee om gaat. Je weet dat het tijdelijk is en dat je soms gewoon door moet bijten. Kinderen kunnen dat nog niet en ze kunnen in hun emoties van het moment blijven hangen.
Hoog sensitieve mensen raken vrijwel dagelijks overweldigd door de hoeveelheid prikkels die op hen afkomen. Dat hoort erbij, ook voor kinderen. Iedereen heeft prikkels nodig om te functioneren en te ontwikkelen. Bij te weinig prikkels ontstaat verveling. Voor kinderen is het wel van belang dat zij hier bewust mee leren omgaan zodat zij in staat zijn zelf zorg te dragen voor het “prikkelmanagement”. Al doende, moeten ze leren hun eigen grenzen en behoeftes te vinden en voor zichzelf te zorgen op het gebied van (over)prikkeling.
Bij een goede hoeveelheid prikkels, voel je je lekker maar bij een teveel aan prikkels ervaar je stress. Dit geldt ook voor kinderen al is dit vaak onbewust. Het is niet erg om overprikkeld te raken, het is wel slecht om teveel en te lang achter elkaar overprikkeld te zijn. Prikkels kosten je energie om te verwerken en je hebt rust nodig om te herstellen. In overprikkelde toestand, kom je minder toe aan leren, experimenteren (en dus aan ontwikkelen) toe waardoor “prikkelmanagement” een belangrijk aandachtspunt is voor hsk’s.
Prikkels kunnen van alles zijn. Eigenlijk alles wat de aandacht vraagt of een kind kan afleiden. Vooral potentiëel bedreigende dingen, grote en snelle veranderingen zijn moeilijk voor een hoog sensitief kind. Prikkels van buitenaf zijn bijvoorbeeld een hektische thuis-of school-situatie, veel lawaai, prestatiedruk, warmte en kou, vervelende kleding of bepaald eten, onrust, stress en verdriet bij anderen, viezigheid, verassingen, of onvoorspelbare gebeurtenissen. Prikkels van binnenuit worden meestal veroorzaakt door angst (faalangst, anticipatieangst, verlatingsangst), schaamte en onzekerheid, schuldgevoelens, perfectionisme, maar ook grenzeloos enthousiasme en gedrevenheid.
Overprikkeling betekent dat het kind onder druk staat en een kind onder druk kan zich niet goed ontwikkelen. Kinderen zijn soms in staat op tijd op de rem te trekken maar veel lijken van de ene overprikkelde toestand in de andere terecht te komen. Ouders moeten hierin een rol spelen en het kind behoeden voor onnodige en overmatige overprikkeling.
Chronische overprikkeling gaat over in chronische stressklachten of extreme vermoeidheid. Bij kinderen uit chronische stress zich in gedragsproblemen, vage lichamelijke klachten, angststoornissen etc.
*hsk: Hoog Senstief Kind.